Afwijkende tongligging in rust
De positie van de tong is soms afwijkend. De tong ligt dan niet achter de tanden tegen het gehemelte, maar op de mondbodem, tegen of tussen de tanden of te ver achterin de mond. Dit zal de stand van de tanden en kiezen en/of de vorm van de kaak negatief beïnvloeden. Het gehemelte wordt gotisch en/of spits van vorm als deze de natuurlijke druk van de tong mist. Wanneer de lage tongligging langere periode wordt toegepast, past de tong niet meer in de bovenkaak en is er onvoldoende ruimte voor het gebit.
Ligt de tong voortdurend op de mondbodem, dan ontstaat een kruisbeet. Uiteindelijk kan de kaakboog onder groter worden dan boven (normaliter is de bovenkaak groter). We noemen dit een omgekeerd transversale relatie. Het bovengebit past dan in het ondergebit.
Dit heeft gevolgen voor de slikbeweging, de kauwfunctie en de spraak. Op lange termijn kan dit zelfs kaakklachten en gehoorproblemen opleveren.
Wat doet de logopedist?
Ik ben gespecialiseerd op dit gebied. Mijn onderzoek start met een uitgebreid gesprek over de mondfunctie. Ik maak foto’s van de houding, het gehemelte en het gebit. Ik meet de functie en sterkte van de spieren van lippen en tong en de kauwspier en ik observeer de tongplaatsing en slikbeweging middels fluorescentietechniek. Ik geeft ook uitleg betreffende tongligging en ontwikkeling van het gehemelte en het gebit.
Ik reik oefeningen aan die zorgen voor juiste tongligging en ontwikkeling en de spieren van lippen en tong. Deze oefeningen moeten thuis volgens een strak schema worden herhaald. Dit om het gewenste resultaat te bereiken.
Ik maak altijd gebruik van een myobrace om de spierfunctie te normaliseren (zie: www.myoresearch.nl).